In de drukte van de grote stad spelen pick-uptrucks tot nu toe een ondergeschikte rol. Toch is de markt voor de coole transporters de laatste jaren wel in beweging. Het vakblad lastauto omnibus heeft een klein jaar geleden de koplopers laten opdraven voor een test: de destijds geheel nieuwe Ford Ranger, de Toyota Hilux en de VW-ster Amarok.
Verschillen in comfort
Terwijl de testers bij het ruimteaanbod van de drie concurrenten nauwelijks verschillen konden vaststellen, bekeken ze het comfort met een kritische blik: de Ford Ranger ontvangt zijn gasten volgens de testers op aangename stoelen met een goede afwerking en eenvoudige bediening. Alleen het petieterige navigatiescherm van vijf inch stelde de experts van lastauto omnibus teleur. Op dit punt waren ze wel tevreden over de Toyota Hilux. Ook de moderne instrumenten konden op waardering rekenen. Een minpunt bij de Hilux was echter de oncomfortabele zitpositie van de chauffeur. De reden: het stuur kan alleen in hoogte worden versteld. Terwijl de ondersteuning voor de bovenbenen voorin prima was, hadden de testers daarvan achterin graag wat meer gehad.
Op de ergonomie van de VW Amarok hadden de testers niets aan te merken. Alleen op het gebied van het laadvermogen en de aanhanglast moest hij de Ford voor laten gaan. De Ranger kan namelijk 3,2 ton aan de haak hebben en zijn laadvermogen eindigt pas bij maar liefst 960 kilogram. Bij de VW zijn het 3,2 ton en 590 kilo. Daar heeft de Toyota met 2,5 ton en 560 kilo het nakijken.
Gelijkspel bij de overzichtelijkheid
Wanneer het om de overzichtelijkheid gaat, eindigt de test volgens de experts in gelijkspel. Terwijl de voorkant van het voertuig bij alle types nog enigszins kan worden ingeschat, versperren de steile laadwanden het zicht naar achteren. Omdat de hoge pick-ups met ruim 5 meter niet bepaald tot de compacte soort behoren en kleinere voertuigen bij het manoeuvreren gemakkelijk over het hoofd kunnen worden gezien, is een parkeerhulp of de achteruitrijcamera van Ford en Toyota ten zeerste aan te bevelen. Vooral in de overvolle chaos van de grote stad is dat een aanwinst voor de veiligheid.
Als het gaat om de veiligheidsuitrusting laat de Toyota punten liggen. Lange testers beklaagden zich over het te kleine verstelbereik van de achterste hoofdsteunen en wie ESP (VSC) wil hebben, moet kiezen voor de topversie Executive. Aanzienlijk uitgebreider valt het aanbod bij de Ford uit. Naast ESP met Hill Launch Assist (HLA) en Hill Descent Control (HDC) wordt zelfs bij het basismodel een knie-airbag voor de chauffeur meegeleverd. Bij dat laatste moet zelfs de VW verstek laten gaan, maar die scoort dan weer met zijn zeer effectieve remmen (koud: 38,5 meter, warm: 35,9 meter). Van een snelheid van 100 km/h komt de Ford zowel koud als warm pas na ruim 50 meter tot stilstand, de Toyota heeft daarvoor 44 meter nodig.
VW Amarok koploper bij de aandrijving
De aandrijving van de VW Amarok is voor de testers de maatstaf. De tweeliter biturbo is weliswaar het aggregaat met de zwakste cilinderinhoud in deze test, maar met 180 pk is het tevens het sterkste. Met zijn gelijkmatige optrekken en rustige loop maakte de TDI indruk op de testers. Daarbij komt de spontaan reagerende automaat met acht versnellingen, die met zijn grote spreiding altijd het juiste verzet paraat heeft en de Amarok in vaardige samenwerking met de TDI het vlotst versnelt.
In tegenstelling tot Ford en Toyota zorgt bij de VW een permanente aandrijving op alle wielen met variabele krachtstroomverdeling voor een optimale tractie. Bij de achter aangedreven concurrenten moet de 4X4-modus handmatig worden bijgeschakeld. In de verbruiksronde van lastauto omnibus was de Amarok met 9,7 liter diesel het gulzigst. De Toyota verbruikt precies 0,3 liter minder. De vertraagd reagerende drieliter D4-D met 171 pk minder is echter niet heel overtuigend. En de vijf versnellingen met hun lange schakelwegen zijn evenmin reden tot vreugde. De zesversnellingsbak van de Ford mag dan volgens de testers ook niet perfect zijn, die is wel een stuk eenvoudiger te bedienen.
Zuinige pick-up van Ford
De 2.2 TDCi-motor van de Ford Ranger levert een relatief bescheiden 150 pk. Bovendien is hij het zwaarst. Toch weerde de zelfontbrander zich in de test kranig. De testers waren te spreken over de spontane gaskleprespons en het gedempte volume. Met slechts negen liter verbruikte hij bovendien het minst. Ook de rijdynamiek van de Ranger viel in de smaak: snel van richting veranderen is een koud kunstje en de stuurinrichting reageerde sneller dan het voorgaande model. Qua rij-eigenschappen lag de Ford tussen koploper Amarok en de volgens de testers te slap afgestelde Toyota Hilux.